Een nieuwe differentiatiemethode kiezen hoeft niet moeilijk te zijn

Differentiatie brengt tal van voordelen met zich mee. Daar is Chris Patteet, ex-schooldirecteur en uitgever bij Uitgeverij VAN IN het mee eens. Maar welke methode kies je nu het best als school? En hoe implementeer je deze zonder al te veel problemen? Chris neemt ons mee doorheen de mogelijkheden en verzekert ons: de uitgeverij steunt je bij je zoektocht.  

Wat zijn de voordelen van differentiatie? 

Het grootste voordeel van differentiatie is dat je elke leerling op zijn niveau kan aanspreken en zo deze voor de eerstvolgende haalbare leerstap kan zetten. 

Dat werkt trouwens motiverend. Het heeft geen zin om kinderen voor een onhaalbare kaart te zetten. Pak je de differentiatie goed aan in de klas? Dan kan je de leerlingen zelfstandig laten werken. Zo kan je je meerwaarde als leerkracht optimaal uitspelen door je te ontfermen over leerlingen voor wie bepaalde zaken moeilijk gaan. Je begeleidt die leerlingen individueel of in een kleine groep en geeft zo verlengde instructies. Zo denk je in 2 richtingen: leerlingen die het moeilijk hebben én leerlingen die heel sterk zijn. 

Kunnen we de leerlingen meer autonomie geven dankzij differentiatie? 

Ik zou zelfs zeggen: je moet de leerlingen meer autonomie geven. In al onze nieuwste leermiddelen promoten we een activerende, directe instructie: hou het instructiemoment zo kort mogelijk en zet zo snel en zoveel mogelijk leerlingen zelfstandig aan het werk. Dat kunnen sterkere leerlingen zijn die zelfstandig aan de slag gaan met verdiepingsmateriaal of een verrijkingsproject. Dat verrijkingsproject kan zelfs een groepswerk of duowerk zijn zodat de leerkracht de handen vrij heeft om de kinderen die extra uitleg of extra instructie nodig hebben apart te nemen en verder te helpen.  

Klopt het dat het algemeen niveau van de leerlingen daalt door differentiatie zoals sommige criticasters beweren? 

Dat klopt niet. Er is gigantisch veel materiaal voorhanden om leerlingen datgene te bieden waar ze recht op hebben, zowel naar ‘beneden’ als naar ‘boven’ toe. Uitgeverijen zetten daar ook meer en meer op in. Dat zie je ook bij onze uitgeverij VAN IN. Alles evolueerde naar heuse bibliotheken met materiaal voor leerlingen die 1B-traject volgen of aan curriculumdifferentiatie doen, tot hoogbegaafde kinderen verrijken met grotere projecten, programmeren of algoritmisch denken. We hebben een arsenaal aan uiteenlopende materialen ter beschikking voor diverse niveaugroepen.

Klopt het wel dat je in een groep van 25 leerlingen aan 9 leerlingen verrijking geeft? 

We zien te vaak dat materialen ingezet worden op momenten of aan groepen waar ze eigenlijk niet voor bedoeld waren, dat klopt. Dat is zo in het voorbeeld van 9 op 25 kinderen die verrijking krijgen. Bij ons is deze verrrijking echt bedoeld voor kinderen die hoogbegaafd zijn. Daarin zitten ook heel specifeke uitdagingen, bv. samenwerken in groepen waardoor je een hoog verwerkingsniveau prikkelt.  

Een ander voorbeeld is iets bouwen, het evalueren, het durven afbreken en het daarna opnieuw bouwen. Dat zijn toch zaken die je niet zomaar aan 9 van de 25 kinderen kunt voorschotelen. Ze kregen waarschijnlijk verrijking omdat het sterke rekenaars zijn, maar een verbredend aanbod van de wiskundemethode zou hier beter zijn.  

Hoe kies je dan het best een nieuwe differentiatiemethode?  

Kijk in de eerste plaats naar welk aanbod de differentatiemethode aanbiedt. Hoeveel niveaus spreek je daarmee aan? Zit er voldoende variatie in dat aanbod? Is het een aanbod op papier of ook digitaal? En vooral, misschien wel de belangrijkste: welke ondersteuning krijg je daarbij? 

Waar moet ik vooral op letten bij de keuze van een nieuwe methode? 

Ondersteuning is bijzonder belangrijk als je een nieuwe methode opstart. In de eerste plaats moet die natuurlijk komen van het beleidsteam op school. Je gaat samen met je team aan de slag met zo’n nieuwe methode. Daarin zitten een aantal didactische keuzes, strategieën en leerlijnen die echt nieuw zijn voor het team. Deze haal je best eerst naar de oppervlakte zodat je nieuwe afspraken kan maken. Dit is de start van een proces: evalueer deze leerlijnen op personeelsvergaderingen en deel ervaringen in team.  

Ook de ondersteuning van de uitgeverij helpt bij deze implementatie. We kunnen als geen ander de verschillen – tussen de oude en nieuwe methode – naar boven halen en ze voor het schoolteam blootleggen. We bereiden hen voor op valkuilen en tips geven hoe ze het makkelijk kunnen implementeren.  

Bij uitgeverij VAN IN investeren we daar erg veel tijd in:  

  • We geven startersbegeleiding aan scholen die starten met een nieuwe methode. 
  • De school kan een educatief adviseur uitnodigen op school om alle mogelijkheden van Bingel bij de methode stap voor stap te leren kennen. 
  • De school krijgt geregeld via mail en via platformen terugkoppeling om te bepalen wat de logische volgende stap is van de nieuwe methode. 

Welke digitale tools zijn een meerwaarde bij differentiatie? 

Degene die de leerling helpt om de volgende leerstap te nemen. Je kan dat op verschillende manieren te weten komen. Je kan als leerkracht zelf bepalen waarop een kind nog moet oefenen. Bv. in Bingel kan je een taak samenstellen waarin die oefeningen aan bod komen waarvan jij vindt dat de leerling nog nood aan heeft.  

Het systeem kan ook een aantal dingen automatisch doen. Denk aan de differentiatiemodule in Bingel: je neemt een toets af en o.b.v. de toetsresultaten zet Bingel een remediërings- of verrijkingstraject klaar voor elke leerling in de klas.  

Je kan leerlingen ook zelf aan de slag laten gaan: door middel van de toetswijzer kunnen ze zelf ontdekken welke oefeningen ze nog opnieuw kunnen maken. Die toetsen kunnen ze zowel op papier maken als in Bingel terugvinden. Er zijn dus verschillende mogelijkheden om het juiste oefenaanbod terug te vinden voor elk kind.  

Denk je als school na over een nieuwe differentiatiemethode? Houd dan rekening met de noden van de leerlingen, werk het in schoolteam uit én vraag hulp aan je uitgeverij. Zo kies een methode met het beste resultaat.  

Meer weten over differentiëren? Lees het artikel van professor Martin Valcke met meer inzichten over gedifferentieerd onderwijs.