Een aanbod op maat van elke leerling
Welk uitgewerkt materiaal biedt Reken Maar! aan?
Via de module differentiëren en oefenen kun je op Bingel een gepersonaliseerd aanbod aan oefeningen op papier als Bingeloefeningen klaarzetten. Die laatste hebben als voordeel dat je de oefeningen niet zelf moet corrigeren. Kies je voor oefeningen op papier, dan worden de naam, klas en volgnummer automatisch ingevuld.
Deze vormen een aanvulling op of vervanging voor de oefeningen in het werkschrift. Met dit aanbod verklein je de leerstappen voor de instructieafhankelijke kinderen.
Voor elke toetsvraag voorzien we een werkblad in de remediëringsmap. Aan de hand van de verlengde instructie in het evaluatieluik van de handleiding kun je daarmee remediërend aan de slag.
De optionele schriftjes van Reken Maar! verder bevatten verdiepende oefeningen en bevinden zich qua niveau tussen basis en verrijking. Bedoeling is dat leerlingen zelfstandig kunnen verder rekenen tijdens/na de rekenles. Elk hoofdstuk bevat herhalingsoefeningen van het voorbije blok.
Bij ieder blok van Reken Maar! vind je via de differentiatiemodule op Bingel 2 extra bladzijden met verdiepende opdrachten. Deze opdrachten zijn uitdagend, maar van een eenvoudiger niveau dan het verrijkingsaanbod.
We bieden per blok drie bundels verrijkingsoefeningen en één projectbundel aan. Dit materiaal kun je inzetten tijdens de instructie- en verwerking, tijdens herhaling- en remediëringslessen of in een afzonderlijke niveaugroep.
De REDICODIS-pagina in de handleiding
In de handleiding vind je bij bij alle basislessen een REDICODIS-pagina terug. Hier vind je enkele REDICODIS-maatregelen bij alle oefeningen uit het werkschrift, vaak ondersteund door zorgblaadjes.

Wat als het nog steeds niet lukt?
Voorstel tot curriculumdifferentiatie
Wanneer de oefenmaterialen, ondanks het toepassen van de REDICODIS-maatregelen, nog steeds onvoldoende aansluiten bij de rekenmogelijkheden van de leerling, biedt Reken Maar! vanaf het vierde leerjaar een voorstel tot curriculumdifferentiatie aan. Zo stem je het aanbod van wiskunde nog meer af op de mogelijkheden van de rekenzwakke leerling.
We baseerden ons hiervoor op het verschil tussen de eindtermen en de leerplannen:
Dit zijn de minimumdoelen die de overheid noodzakelijk en bereikbaar acht voor onze leerlingen. Hiermee wordt bedoeld: een minimum aan kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes. Om het getuigschrift lager onderwijs te behalen, moet een leerling op het einde van het zesde leerjaar minstens de eindtermen bereiken.
De decretale eindtermen worden geconcretiseerd en uitgewerkt in verschillende leerplannen. De opgenomen leerplandoelen en leerlijnen zijn bedoeld als te zetten stappen om de eindtermen te behalen.
Een leerplandoel gaat vaak verder of wordt meer geconcretiseerd dan de eindterm. Sommige oefeningen kunnen dus weggelaten worden omdat het gekoppelde leerplandoel meer vraagt dan de eindterm.
In de handleiding hebben we bij elke les op de achterzijde van de REDICODIS-pagina de eindtermen opgelijst. Zo heb je als leraar onmiddellijk een duidelijke kijk op de decretale minimumdoelen.

Vervolgens geeft Reken Maar! per basisles aan welke oefeningen je eventueel kunt weglaten zonder dat de beoogde eindterm(en) in het gedrang komen. De oefeningen die behouden blijven, focussen op het behalen van de eindtermen.
Aan de slag met de vlotjes
Vanaf het vijfde leerjaar bieden we bij elke basisles aangepast oefen- en toetsmateriaal aan in de vorm van de vlotjes. Deze suggesties vind je, net als het voorstel tot curriculumdifferentiatie, terug op de achterzijde van de REDICODIS-pagina in de handleiding.
Werkbladen die oefeningen uit het werkschrift vervangen en inzetten op essentiële wiskundige vaardigheden. De werkbladen volgen de nummering van de lessen in het werkschrift.
Je vindt ze in de zorgmap of in de module differentiëren en oefenen op Bingel.
Een variant van de gewone bloktoets met – waar nodig – aangepaste opgaven die beter aansluiten op het oefenniveau van de Vlotjes.
Deze toetsen vind je terug in de toetsmap of in de module toetsen, remediëren en verrijken op Bingel.
Deze materialen worden gewoonlijk ingeschakeld wanneer een leerling -eventueel tijdelijk of voor een bepaald domein– onvoldoende geholpen is met de (remediërings)werkbladen en de suggesties uit het onderdeel curriculumdifferentiatie. Zo kan je de vlotjes bijvoorbeeld als tussenstap inzetten om hen vervolgens, tijdens een volgend les- of herhalingsmoment, de oefening uit het werkschrift of remediëringsblad aan te bieden.
Wanneer blijkt dat, ondanks alle inspanningen, een leerling toch niet verder geraakt dan het niveau van die vlotjes, dan weet je dat (een) bepaalde eindterm(en) niet werd(en) behaald.
Punten ingeven in de evaluatiemodule
Wanneer je de resultaten van de vlottoets ingeeft in de module toetsen, remediëren en verrijken op Bingel, is de kans groot dat je hier een uitroepteken bij ziet staan. Dit komt omdat de vlottoets (omwille van bovenstaande bezorgdheden) geen differentiatievoorstel voorziet.

Kan een leerling zijn getuigschrift behalen?
Een leermiddel bepaalt nooit de beslissing over het al dan niet uitreiken van een getuigschrift. Deze beslissing behoort enkel de klassenraad toe. Het blijft de verantwoordelijkheid van de klassenraad om af te wegen of een leerling de eindtermen voor de verschillende leergebieden in voldoende mate bereikt heeft.
Bovendien wordt deze beslissing pas op het einde van de lagere school genomen, en dit rekening houdend met de totale ontwikkeling van de leerling.